De Wet betaald ouderschapsverlof is in het Staatsblad geplaatst. De wet treedt volgens een koninklijk besluit per 2 augustus 2022 in werking. In afwijking daarvan is een artikel van de wet op de dag na plaatsing in het Staatsblad per 8 december 2021 in werking getreden.
Dat artikel betreft het instemmen door de werkgever met een verzoek van de werknemer om het aanvullend geboorteverlof niet op te nemen of niet voort te zetten als gevolg van het opnemen van zwangerschaps-, bevallings- of adoptieverlof of vanwege onvoorziene omstandigheden. In dat geval wordt het recht op verlof opgeschort. Verlof dat niet wordt opgenomen gedurende het eerste jaar na de geboorte van het kind vervalt. De werkgever hoeft aan het verzoek niet met ingang van een vroeger tijdstip gevolg te geven dan vier weken na het verzoek. In het geval van het niet opnemen of niet voortzetten van aanvullend geboorteverlof als gevolg van onvoorziene omstandigheden mag de werkgever het verzoek weigeren als een zwaarwegend bedrijfs- of dienstbelang zich daartegen verzet. De werkgever moet een afwijzing van een verzoek binnen een redelijke termijn schriftelijk onderbouwen.