De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft in een brief aan de Tweede Kamer meegedeeld dat er een tijdelijke overbruggingsregeling voor flexibele arbeidskrachten (TOFA) komt.
Voorwaarde voor deelname aan de TOFA is dat een flexibele arbeidskracht in de maand februari ten minste € 400 bruto aan loon heeft verdiend. Eerder was sprake van een drempelbedrag van € 500 bruto. De tegemoetkoming bedraagt € 550 bruto per maand en geldt voor de maanden maart, april en mei. In een eerdere brief van de minister ging hij uit van een bedrag van € 600 per maand. Volgens de minister sluit de lagere tegemoetkoming beter aan bij het lagere drempelbedrag van € 400. Het is niet de bedoeling dat er een grote groep ontstaat die een hogere tegemoetkoming krijgt dan zij voorheen verdienden. Mensen die in april meer verdienden dan € 550 bruto komen niet in aanmerking voor de TOFA.
De TOFA is een compensatie voor gederfd loon en wordt behandeld als loon uit vroegere dienstbetrekking. De TOFA vormt inkomen voor toeslagen. Het UWV zal in beginsel bij alle TOFA-tegemoetkomingen de algemene heffingskorting toepassen. Dit kan ertoe leiden dat mensen te zijner tijd inkomstenbelasting moeten betalen.