De Wet op de Ondernemingsraad (OR) bepaalt, dat een ondernemer de instemming van de OR nodig heeft voor elk voorgenomen besluit tot vaststelling, wijziging of intrekking van regelingen op grond van een pensioenovereenkomst. Hieronder worden ook verstaan regelingen in een uitvoeringsovereenkomst die van invloed zijn op de pensioenovereenkomst.
De vraag in een procedure was of de OR een instemmingsrecht heeft als de pensioenuitvoerder de uitvoeringsovereenkomst opzegt. Niet in geschil was dat de OR dat recht heeft als de werkgever de uitvoeringsovereenkomst wil opzeggen.
Volgens de rechtbank is het besluit van de pensioenuitvoerder om de uitvoeringsovereenkomst op te zeggen geen besluit van de werkgever of een aan de werkgever toe te rekenen besluit. De opzegging is een eenzijdige rechtshandeling van de pensioenuitvoerder, waarvoor de instemming of medewerking van de werkgever niet is vereist. Evenmin is sprake van een aan de werkgever toerekenbaar besluit, zoals de OR betoogde. Toerekening van het besluit van de pensioenuitvoerder aan de werkgever zou kunnen als het besluit direct en in vergaande mate ingrijpt in de onderneming van de werkgever. De werkgever was niet betrokken bij het besluit om de uitvoeringsovereenkomst op te zeggen en er was geen zeggenschapsrelatie tussen de werkgever en de pensioenuitvoerder. Een dergelijke relatie is een voorwaarde voor het toerekenen van besluiten van het ene orgaan aan het andere.
De OR heeft geen instemmingsrecht met betrekking tot het besluit van de pensioenuitvoerder om de uitvoeringsovereenkomst op te zeggen.