Op 1 januari 2019 is de Wet invoering extra geboorteverlof (WIEG) in werking getreden. Deze wet geeft partners in loondienst na de geboorte van een kind recht op een week doorbetaald geboorteverlof. Sinds 1 juli 2020 hebben partners in loondienst daarnaast recht op vijf weken aanvullend geboorteverlof. Het aanvullende geboorteverlof moet binnen zes maanden na de geboorte van het kind worden opgenomen. Dit kan alleen als eerst de week geboorteverlof is opgenomen. Tijdens het aanvullende verlof ontvangen partners een uitkering van het UWV van 70% van het dagloon. De uitkering is begrensd op 70% van het maximumdagloon. Er heeft inmiddels een eerste evaluatie van de WIEG plaatsgevonden. Uit het evaluatierapport blijkt dat bijna driekwart van de partners, die daarvoor in aanmerking kwamen, gebruik heeft gemaakt van het aanvullende geboorteverlof. 16% heeft alleen de eerste week geboorteverlof opgenomen. Slechts 10% heeft helemaal geen geboorteverlof opgenomen.
Van degenen, die geen aanvullend geboorteverlof opnamen, gaf bijna de helft aan dat de moeder minder ging werken of hiermee stopte. Ruim 40% van deze groep gaf aan, dat gebruik van de regeling financieel niet haalbaar was. In huishoudens met een gezamenlijk inkomen van meer dan € 4.000 netto per maand werd het aanvullend geboorteverlof door 85% van de partners opgenomen. In huishoudens met een lager gezamenlijk inkomen was dit 63%.
Ook de werkgevers zijn ondervraagd, met name over hun ervaringen met de aanvraagprocedure van de uitkering bij het UWV. Driekwart vindt deze procedure eenvoudig tot zeer eenvoudig.
De minister van SZW ziet in de evaluatie geen aanleiding tot wijziging van de WIEG. Wel is nader onderzoek nodig naar de groep, die om financiële redenen geen gebruikmaakt van het aanvullende geboorteverlof. In de evaluatie van de Wet betaald ouderschapsverlof zal ook aandacht worden besteed aan het gebruik, de effecten en de doelmatigheid van het geboorteverlof om het gezamenlijke effect van het geboorteverlof en het betaalde ouderschapsverlof op de arbeidsparticipatie en de verdeling van zorgtaken tussen partners te onderzoeken.